Wevers, herbergiers en schilders

Vermoedelijk waren de "Wevers" aanvankelijk ook echte wevers van beroep. Er is bijv. sprake van een betaling aan Cornelis Janse Wever in verband met weefwerk. Jan Adriaanse Wever zal dus ook wel een wever zijn geweest. Hij wordt tussen 1632 en 1657 (en misschien ook in 1667) een aantal keren in de archieven vermeld.

In december 1640 stelt notaris Paulus Waays een akte op met een verklaring van Gillis Geleijnse. Gillis heeft in november met Jan Adriaans Wever ruzie gekregen, en is door Jan Adriaanse met een stok op het hoofd geslagen. Maar Gillis "ontschuldigt" Jan Adriaanse, en verklaart dat dit voorval niet de oorzaak van zijn dood zal zijn.
In een andere akte verklaart Mr. Cornelis Tielman (de chirurgijn), op verzoek van Jan Adriaanse Wever, dat de kwetsuur van Gillis niet dodelijk is. Kennelijk bestond de vrees dat Gillis zou komen te overlijden, en dat Jan Adriaanse dan als de schuldige zou worden aangewezen. Als deze Gillis dezelfde is als Gilles Gillisse van de Houtte, heeft hij gelukkig nog lang geleefd (deze Gillis was schepen in 1667).

Herberg De Fortuyn
Pieter Rogiers van Splunder is in ieder geval geen wever meer. Waarschijnlijk heeft hij al ervaring in andere herbergen als hij in 1749 Herberg De Fortuyn in Haamstede koopt. Vermoedelijk gaat het om het gebouw dat op dit plaatje rechts te zien is. In dat geval bestaat het pand nog steeds en fungeert het nu als winkel.

Zoon Rogier Pieters van Splunder koopt een herberg annex bakkerij in Noordwelle. In 1765 looft hij een zilveren tabaksdoos uit voor de winnaar van een paardenrace die hij daar organiseert.

Pieter Rogierse van Splunder (1751-1808) is misschien ook nog herbergier geweest, maar wordt uiteindelijk "schildersbaas". Ook zijn zoon Willem (1788-1829) en kleinzoon Marinus (1816-1892) zijn schilders.

Met Willem van Splunder (1851-1936) wordt het eiland Schouwen verlaten. Willem belandt na wat omzwervingen in Ridderkerk, waar hij in 1901 een aannemingmaatschappij begint. Dit bedrijf, Van Splunder Aanneming Maatschappij b.v., bestaat nog steeds.